vrijdag 28 juni 2019

Een boek over de dood dat zindert van het leven - bij de lancering van Requiem pour L.


Goedenavond,

Het is me een eer en een genoegen u te mogen verwelkom op de voorstelling van het nieuwe boek van Alain Platel, zijn eerste boek dan nog. Het heet Requiem pour L., precies zoals de gelijknamige voorstelling die tegelijk opera, concert, dansvoorstelling en eerbetoon is en daarom zo moeilijk onder een vlag te vatten is. Daaruit zou u kunnen concluderen: dit is het boek bij de voorstelling zoals je soms cd’s hebt bij films. Daar zit zeker iets van waarheid in. Maar tezelfdertijd zijn voorstelling en boek ook twee verschillende dingen, zoals een boom in de lente anders is dan een boom in de herfst.

De grote lijnen van wat op het podium gebeurde kent u al: Fabrizzio Cassol en Alain Platel, de componist en de choreograaf, stoften het oeroude, oer-Europese Requiem van Mozart af. Ze doen dat met zang, met een bedwelmende interpretatie in jazzy, Afrikaanse en Indiase klanken, en in talen van over heel de wereld waaronder het Lingala en Swahili. Maar ze doen dat ook met film. Met, op een groot scherm op de achtergrond, vertraagde beelden van L., van Lucie, een blonde engel die voor euthanasie heeft gekozen onder begeleiding van dokter Marc Cosyns. Ze ligt op haar sterfbed, omringd door familie. Het publiek kijkt haar pal in het gelaat. 

Begin 2018 ging het stuk in première in Berlijn. Thomas Oberender, de intendant van de Berliner Festspiele, zei toen tegen Alain Platel en Fabrizio Cassol: ‘Dit is jullie dapperste en sterkste werk ooit. Ik was bang toen jullie deze productie voorstelden. Ik weet nog altijd niet of ik het had moeten aandurven. Maar ik heb zelden een voorstelling meegemaakt met een zo sterke band van het publiek in de zaal met elkaar en met de scène.’ Toen ik Requiem pour L. zag in Lille begreep ik wat de intendant bedoelde. Nooit eerder zag ik een zaal zo omver geblazen worden, nooit eerder was ik getuige van zo’n lange staande ovatie.

Maar, en dat brengt ons bij het boek, wat doet het maken van zo’n delicate voorstelling met een artiest, die op de eerste plaats toch ook maar een mens is? Hoe gedraag je je als je babbelt met de vrouw wier dood je zo echt mogelijk op de scène wil reconstrueren? Wat zeg je aan haar familie? Welke discussies brachten de beelden met zich mee bij de balletten? In driehonderd pagina’s overschouwt Alain Platel zijn meest intense voorstelling ooit. Het is een verhaal over twijfel. Misschien is het zelfs een lofzang op de twijfel. Ze zit in de afgewogen adjectieven, in de plaatsing van de leestekens, in de witruimtes en het lettertype en de keuze van de foto’s. Want dat iets zus is en niet zo, hoe moeilijk is het om dat te zien en daar dan de juiste woorden voor te vinden? En ook: hoeveel realiteit kan kunst dragen?

Dames en heren,

Ik dreig het uniek te vinden dat Requiem pour L. ook een boek is geworden. Er verschijnen weinig uitgaves die zo diepgaand reflecteren over een artistiek proces. Zeker niet als dat proces overlapt met een uitgesproken morele kwestie en al evenmin als het verhaal erachter zich verweeft met de geschiedenis van een gezelschap van het kaliber van Les Ballets C de la B. Toen ik de eerste teksten las waaide in mijn hoofd vaak Ecrire binnen. Kent u dat? Het is het magnifieke boek dat Marguerite Duras bij elkaar tikte over, inderdaad, schrijven. Voor Duras behoedt schrijven je om niet in waanzin weg te zinken. Is het met theater maken niet net zo?

Het is niet alleen uniek dat Requiem pour L. een boek is geworden. Want het omgekeerde geldt evenzeer: Requiem pour L. is een uniek boek geworden. Om te weten in welk rek het in de boekhandel terechtkomt, krijgt elk boek een NUR-code. In het geval van de worp van Alain is dat, mocht u dat interesseren, 840 en 760. Dat heeft iets bevreemdends want dit prop je uiteraard niet in een rayon. Het boek biedt een blik achter de coulissen van de balletten, jazeker. Maar het geeft Lucie ook een gezicht – en op een andere manier dan op het podium, want papier is nu eenmaal een ander medium. Je leert haar kennen als vrouw, moeder, feministe, abortusactiviste en PVDA-militante. Je ziet haar huisje in De Pinte, met veel kleuren en planten. Je voelt de weemoed, je proeft de pijn. Je denkt; dit had ik ook kunnen zijn.

Ook Alains overleden vader passeert de revue in het boek. En Gerard Mortier, en Alains hond en nog een reeks andere gestorven dierbaren – er is de laatste jaren veel dood geweest in zijn leven. Er zijn ook de bezoeken aan mensen die net als Lucie voor euthanasie kozen. En er is de trip die hij onderneemt met Boule en Russell naar een oer-Vlaamse begrafenis in Sleidinge, en de gedachte dat begrafenissen in Congo, waar de twee artiesten van afkomstig zijn, grootse gebeurtenissen zijn, waar dagenlang gekookt wordt, hard geweend, gezongen en gedanst, daarna gegeten en gedronken, en ten slotte nog meer gezongen en gedanst – waar een uitvaart een viering van het leven is, quoi.

Samengevat: er zit veel dood in die driehonderd pagina’s. Toch is Requiem pour L. een boek dat zindert van het leven. Ergens schrijft Alain over zijn studentenjaren in een huisje in de Kasteellaan in Gent waar hij, schouder aan schouder met onder andere Marc Cosyns, zijn politieke en seksuele opvoeding kreeg en leerde hoe je rondkwam met zesduizend frank. Hij vertelt ook dat hij daar twee geboortes meemaakte. Enthousiast noteert hij: ‘De geboorte! Dat ene gigantische kleine moment waarop het lijkt alsof de wereld de adem inhoudt.’ Om dan op te merken: ‘Een gewaarwording die ik later zou herkennen, toen ik bij het sterven aanwezig was.’ Er zijn veel sleutelpassages in het boek, maar dit is er zeker een van. Want het is geweten; je hebt aanval en verdediging, opmars en terugtocht, overwinning en nederlaag. Maar misschien horen leven en dood helemaal niet thuis in dat rijtje, misschien vormen die twee dan toch geen antagonisme.

Beste mensen,

Requiem pour L., het boek, is een tweede monument voor Lucie en voor het leven. Ik wil Alain er erg voor bedanken. Ik vond onze samenwerking zeer bijzonder. Heel warm en open ook. Ik niet alleen. Toen het boek maandag van de persen rolde, stond werkelijk iedereen in onze kleine boekentempel, van drukker tot lay-outer, van redacteur tot chef promotie, errond verzameld. Alsof ze collectief een nieuwgeborene wilden begroeten. We drukken zowel de auteur als het boek aan ons hart. We omhelzen ook Lucie en haar familie. Stiekem hoop ik dat ze blij zou zijn met de wetenschap dat het bij EPO is verschenen, een uitgeverij waarmee ze veel mee had en heeft.

Ik geef graag het woord aan Anna Luyten. Zij zal eerst Alain interviewen en daarna Alain, Elke en Dafne, de dochters van L. Tussendoor trakteert Russell Tshiebua u ook op een muzikaal intermezzo. Aansluitend kan wie dat wil het boek kopen en laten signeren door de auteur die zopas de Parnassus beklommen heeft.

Ik wens u een fijne avond.