donderdag 24 mei 2018

Over de beeldvorming van Borgerhout


In april vroeg Apache.be me, vertrekkend vanuit mijn boek Asterix aan de Schelde, een inleiding te verzorgen voor het Apache-debat over het imago van Borgerhout. U vindt hier de tekst die ik bij die gelegenheid uitsprak.

In augustus 2000 meldt oud-De Morgen-journalist Rudi Rotthier zich aan in een gesjeesd hotel in de Terlostraat met uitzicht op de stukgegooide ruiten van een gesloten plasticfabriek: Hotel Fabiola. Vier maanden lang schrijft hij Borgerhout op. Hotel Fabiola, want Rotthier noemt zijn boek naar zijn tijdelijk arendsnest, is het portret van een district dat in de touwen ligt. ‘Ook in het licht van de zon kijken de bewoners neerwaarts en somber’, noteert de schrijver wanneer hij van het Jan Borluutplein naar het Groeningerplein wandelt.

Zelfs bij de Borgerhoutse positivo’s, zoals Rotthier ze meesmuilend benoemt, sluipt de twijfel binnen. Na de zoveelste verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok vertrouwt een vrouw hem toe: ‘Ik ben moe. Al twintig, misschien al dertig jaar, werken we aan de buurt. En keer op keer winnen de anderen. Keer op keer drukken we op de verkeerde knoppen, of op de juiste knoppen, maar dan worden die anders geïnterpreteerd.’

De stembusgang die de vrouw zo van slag brengt vormt het orgelpunt van Rotthiers boek. In 2000 kiest de Antwerpenaar niet alleen de gemeenteraad maar voor het eerst ook de districtsraad, want de politiek moet dichter bij de burger. In Borgerhout klopt het Vlaams Blok af op 35%. Geen mens die ervan opkijkt. Aan de Schelde heeft extreemrechts in die periode een bastion en haar postcode is 2140. Het Blok brak in 1988 door in Antwerpen. Overal haalde het rond de 17%. Weet u hoeveel Dewinter en co. in Borgerhout scoorden? 27%. Drie jaar voor Zwarte Zondag!

***

Ruim twaalf jaar na het boek van Rudi Rotthier begon ik zelf te lanterfanten in Borgerhout. Maar wel om een totaal ander verhaal op te rapen – het relaas van twee politieke experimenten die hier na de districtsraadsverkiezingen van 2012 samenkwamen: de eerste coalitie ooit in de geschiedenis van dit land tussen sociaaldemocraten, groenen en marxisten en de bestuurlijke ontmaagding van de Partij van de Arbeid. Er was ook nog een derde experiment: de oprichting van een linkse enclave op rechteroever en de daaruit volgende botsingen met de troepen van Bart De Wever die bij diezelfde verkiezingen de rest van de stad hadden veroverd. And last but not least zag ik ook een verhaal over de tijd en haar gevoel voor humor. Van Blokbastion naar linkse nederzetting: hoe verzin je het?

Zeker in die eerste maanden zeulde ik Hotel Fabiola altijd mee in mijn blauwe rugzak. Soms deden de verhalen me luidop lachen. Soms zuchtte ik om zoveel menselijk gehannes. Maar vrijwel elke keer was ik verbaasd en krabde ik in mijn haar. Dat kwam natuurlijk omdat ik las over de straten en pleinen waar ik zelf rondhing. En dan waaide vaak de gedachte binnen dat een nieuw voordorp over het oude was geschoven, deels met dezelfde statige herenhuizen en dezelfde pleintjes maar vooral met andere bewoners, andere kleuren en geuren, en een totaal andere sfeer. 

Ik trok op met Amar, een jongerenwerker van de Pleinpatrons, een project van het districtsbestuur, Jes, Kras en Samenlevingsopbouw dat de jeugdige Borgerhoutenaar probeert te mobiliseren als vrijwilliger op een van de pleintjes. Ik leerde Joost kennen, de voorzitter van Boho 2140. Samen met ondervoorzitter Rafik gaf hij zijn handelaarsvereniging een heel nieuw elan en er kan geen activiteit doorgaan of de zelfstandigen zijn van de partij. Ik ontmoette Nordin van al Ikram waarvan ik lange tijd dacht dat ‘van al Ikram’ zijn achternaam was, terwijl dat de armoedevereniging is waarvan hij het hoofd, hart en handen is.

Zonder er een mythe van te willen maken: de renouveau van Borgerhout is redelijk  spectaculair. In mijn boek besticker ik het Borgerhoutse middenveld als de wegbereider van die transitie. Want ik vernoemde zonet de pleinpatrons, Boho 2140 en al Ikram. Maar er zijn er vele andere: er is De Roma, het cultuurhuis dat met één been in die geweldige zaal staat en met een ander been in de wijk. Er is Rataplan, er is Samen op Straat, er is ’t Werkhuys... afijn, ik kan zo nog een tijdje doorgaan. Eerlijk? Ik ken geen ander Antwerps district waar zoveel actiegroepen en buurtcomités tegen elkaar opklutsen.  

***

Het eigenaardige is: telkens als wij over Borgerhout spreken lijken we te vertrekken van nul. Feiten uitgewist, argumenten weggeveegd, oude karikaturen nieuw leven ingeblazen.

Asterix aan de Schelde werd op 9 april voorgesteld in De Roma. Vorige week kwam het totaal onverwacht binnen in de non-fictie top 10, tussen illustere titels als Leven zonder filter, De edele kunst van not giving a fuck en niet te vergeten Doe en denk als een kat. Het kreeg dan ook nogal wat aandacht. Er verschenen interviews en artikels in Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws, De Morgen, Humo, De Standaard, ik zat op Interne Keuken, enzovoort. Zelfs de meest kritische journalisten spraken over een uitstekend geschreven boek, een bijna antropologische reportage en een feitenrelaas waar weinig tegen in te brengen is. 

Tegelijkertijd kreeg ik, het was te voorspellen, nogal wat trollen op mijn dak. Ik vertel dat niet om uw compassie op te wekken, maar omdat het relevant is in het licht van deze avond. De heer S. Bracke uit Gent, tijdens de werkuren voorzitter van de Kamer, presteerde het om mij een auteur-tussen-aanhalingstekens te noemen. ‘De auteur’  Thomas Blommaert. Woehaha! Dat mijn vorig boek, sorry voor de zelfstoef, een viersterrenrecensie kreeg in De Standaard der Letteren en aangeprezen werd als tip van de week? Onbelangrijk. Dat datzelfde boek David Van Reybrouck aanzette tot een bijna gênante vergelijking met Louis Paul Boon? Een detail. Neen, wat telde: wie een andere waarheid over 2140 vertelt kan bij veel rechtse roeptoeters rekenen op dédain, meewarigheid over zoveel naïviteit en stigmatisering als extreem-linkse auteur-tussen-aanhalingstekens. 

***

Voor alle duidelijkheid: nergens in mijn boek schrijf ik dat Borgerhout het Shangri-La van Antwerpen is en nergens ontken ik het licht van de zon. Wat ik wel beweer is dat de problemen in het jongste, armste en dichtst bevolkte district van Antwerpen systematisch en ik denk zelfs bewust worden uitvergroot. In het voorlaatste hoofdstuk zegt schrijfster Anne Provoost, die hier op een paar honderd meter woont, dat rechts in het algemeen en onze stedelijke parttime burgemeester in het bijzonder, elders stemmen kan winnen door het beeld uit te vergroten van het contraire Borgerhout, met zijn links bestuur, zijn relletjes, zijn culturo’s en zijn allochtone patsers. ‘In Borgerhout ligt voor De Wever het kapitaal dat hij in de rest van Vlaanderen kan verzilveren’, vat ze dat samen. Het is cynisch en het doet denken aan Frank Underwoord van House of Cards maar ik vrees dat ze gelijk heeft. 

Een kleine bloemlezing; een samenscholingsverbod op de Turnhoutsebaan omwille van een schimmige sms die niemand gezien heeft. De begrafenis van het Moorkenspark, dat het betonschurft en het gebrek aan openbare ruimte een beetje moest compenseren. Het mobiliteitsbeleid dat de auto voorrang gaf. De fascisten van N-SA die in eerste instantie groen licht kregen voor een betoging tegen ‘het oprukkende communisme’ – voor het districtshuis en op 1 mei. Een straatpicknick die verboden werd, tramlijnen afgebroken. 

‘Pestgedrag’, noemde De Standaard-journalist Bart Brinckman dat in zijn recensie van Asterix aan de Schelde. Brinckman, die vlakbij het Moorkensplein woont, vervolgt: ‘Daarop entte zich een negatieve beeldvorming waarbij kwalijke incidenten werden uitvergroot of bepaalde bevolkingsgroepen werden geviseerd. De stad lekte een onderzoek dat de – foutieve – indruk wekte dat de informele economie belangrijker was dan de formele economie – tussen haakjes: zonder Apache hadden we de waarheid wellicht nog steeds niet geweten. Borgerhout leek een groot drugshol waar de modale Antwerpenaar het best wegbleef. De burgemeester, die heel wat verzoeken voor overleg negeerde, maakt van het district een perfecte metafoor: stem op mij of een driekoppige linkse draak, met communisten, krijgt het voor het zeggen.’

***

Het brengt me bij mijn besluit. Dat kan in één zin. Namelijk: ik dreig te denken dat je het niet kan hebben over de beeldvorming van Borgerhout zonder oog te hebben voor de politieke strijd die zich hier afspeelt.  

Geen opmerkingen: